Frode’s verhalen | De lange omweg naar huis
De lange omweg naar huis is één van Frode’s prachtige verhalen. Een verhaal van moed, overleven en de warmte van Kerst!
De lange omweg | Het was de dag vóór Kerst, of beter gezegd: De Vikingen vierden geen “Kerst” zoals wij dat vandaag kennen, maar wel een midwinterfeest dat sterk lijkt op onze huidige kerstviering: Yule (ook wel “Jól” genoemd). In het uitgestrekte, sneeuwbedekte noorden, waar de ijzige wind gierde om het Viking longhouse heen.
Binnen was het warm en gezellig: een groot haardvuur zorgde voor een dansend lichtspel op de houten balken en tafels. Vuren fakkels verlichtten de wanden, die versierd waren met schilden, zwaarden en oude runeninscripties. De lucht geurde naar geroosterd vlees, warm brood en specerijen. Je kon de zachtzoete geur van de bieren gewoon proeven. De glazen waren vanavond gevuld met de heerlijke Valhalla weizen en natuurlijk de zwoele tripel!
Eirik zat op een stevige houten bank, gehuld in een warme pelsmantel. Hij hing aan de lippen van Frode, de oeroude en doorgewinterde krijger, die in het schijnsel van het haardvuur zijn laatste woorden zorgvuldig koos voordat hij zijn verhaal zou inzetten. De jongere Viking voelde zijn hart kloppen in zijn borst. Elke keer dat Frode sprak, voelde het alsof de tijd even stilstond.
Eirik’s Verwachting
Eirik kende de reputatie van Frode: strijder, leider, en, zoals men fluisterde, mogelijk iemand die persoonlijk Odin had ontmoet. Alles aan Frode straalde kracht en mysterie uit. Ook nu, in de schemering van het vuur, leek hij een verschijning uit een oudere wereld te zijn. Een wereld vol epische heldendaden en avonturen.
Eirik wist dat Frode een verhaal zou vertellen over de tijd dat hij bijna Kerst had gemist omdat hij ver uit de kust was tijdens een van zijn vele zeereizen. Een verhaal van moed, vriendschap en doorzettingsvermogen. Eirik leunde voorover, dichter bij het vuur en dichter bij Frode, klaar om elk woord in zich op te nemen.
Het Begin van Frode’s Verhaal
Frode nam een teug van een donker gekleurd bier in een stevige aardewerken beker. Het vuur wierp flikkerende schaduwen over zijn door littekens getekende gezicht. Zijn ogen glommen even, misschien van nostalgie, misschien van het bier. Beide behoorden tot de mogelijkheden. Al kenden sommige van de andere oude Vikingkrijgers de waarheid wel, want het verhaal van De lange omweg zou gaan komen.
“Het was jaren geleden,” begon Frode op rustige, diepe toon.
“Rond deze tijd van het jaar, toen de dagen kort waren en de nachten eindeloos leken. Mijn drang om terug te keren naar huis was groot, want ik wilde Kerst vieren met mijn volk. Maar ik bevond mij op de oostelijke zeeën, na een lange handelsreis. Mijn schip, De Windloper, lag vol met bont, zilver en kruiden uit verre streken. We waren van plan om binnen een week thuis te zijn, net op tijd om onze grote schalen met eten klaar te maken en onze vaten open te trekken. Maar het lot besliste anders. En dwong ons tot de lange weg naar huis”.
De overval
Frode pauzeerde, nam nog een slok en vervolgde zijn verhaal: “We werden overvallen door een groep van… van de Mörkbröders. Een bende haveloze, duistere krijgers die zich ophielden langs de kliffen. Ze hadden waarschijnlijk geruchten opgevangen dat ons schip rijk beladen was.
Ik had hen niet eens zien aankomen; plotseling doken ze op uit de mist, met speren en vuurpijlen. Ik verloor de controle over het roer, en voordat ik het wist, was De Windloper zwaar beschadigd. We moesten een noodlanding maken op een ongastvrije kust, een plek waar de wind snijdend was en de bergen steil oprijzen. We hoorden wolvengehuil in de verte, en de lucht rook naar dreiging.”
Eirik’s ogen werden groter. Hij kon zich de bevroren kusten en jagende wolven zo voor de geest halen. Het voelde alsof hij er zelf bij was.
De Onherbergzame Omweg
Frode liet zijn beker zakken en keek Eirik recht aan. “Om Kerst toch nog te kunnen vieren, moesten we door een gebied trekken waar zelfs de goden zelden kwamen. Een land van ruige kloven, verraderlijk ijs en krakende bossen, bevolkt door wezens die je in je meest duistere dromen niet tegen wilt komen.
Maar we hadden geen keus: als we ons schip daar lieten liggen, zouden we zeker ten prooi vallen aan de Mörkbröders, en als we bleven wachten, was de kans groot dat we Kerst zouden missen. Niet dat die tijd op zich het ergste was, maar mijn volk rekende op mijn terugkeer. Ik was niet alleen een krijger, maar ook hun leider.”
Eirik was onder de indruk. Hij wist van Frode’s verleden als leider, maar het werd voor hem pas echt tastbaar bij het horen van zo’n verhaal. Een warme gloed van bewondering steeg in hem op.
“En dus trokken we voort,” zei Frode met een halve glimlach. “We worstelden met onze pakken, onze schilden en onze wapens. We gleden over ijs, vochten tegen de ijzige wind en hielden elkaar continu bij de les. Het was niet gemakkelijk. Maar de gedachte aan ons thuisfront, aan het haardvuur en de geuren van gebraad en vers brood, gaf onze moed.”
De Strijd
“Halverwege onze tocht door dit gebied,” vervolgde Frode, “stuitten we opnieuw op de Mörkbröders. Ze waren vastbesloten om onze waren te stelen en ons, als het even kon, te doden. We hoorden hun strijdkreten galmen tussen de rotswanden. Met slechts acht mannen tegen hun dozijn, was onze kans klein. Toch weigerden we te wijken. Ik greep mijn bijl stevig vast en zag de vastberadenheid in de ogen van mijn mannen. We wilden naar huis, en niets of niemand kon dat tegenhouden.”
Hij glimlachte naar Eirik. “We vochten zoals nooit tevoren. De adrenaline stroomde door onze aderen. Onze wapens klingelden, vonken spatten van het staal. De lucht vulde zich met de rauwe kreten van strijdende mannen.
De Mörkbröders waren sterk, maar wij hadden iets dat zij misten: een onbreekbare band en een doel dat verder ging dan goud of roem. Wij vochten voor onze dierbaren, voor ons volk, voor de hoop op een veilige terugkeer. Uiteindelijk sloegen we hen op de vlucht.”
Eirik ademde diep in: hij kon de spanning haast proeven…
De Eindstreep
“Na die strijd,” zei Frode, “hadden we amper nog de energie om de laatste kilometers te overbruggen. Toch bleven we gaan. We trokken door bos en beek, geholpen door de magere winterzon die af en toe door de wolken brak. Het was alsof de goden in Valhalla, misschien zelfs Odin zel, ons gunstig gezind waren.
We kwamen, vuil en uitgeput, eindelijk aan bij onze nederzetting. En wat troffen we daar aan? Warmte, muziek, de geur van versgebakken brood en… Kerstlichtjes.”
Frode’s blik verzachtte. “De tranen stonden in mijn ogen toen ik het haardvuur zag branden. Ik was thuis, en ik was net op tijd om de kerstpracht met mijn dierbaren te delen. Dat moment, die omhelzing door mijn familie en vrienden, betekende meer dan alles wat ik had meegemaakt in die verre landen. Die dag besefte ik dat we kunnen vechten voor rijkdom, voor roem, voor vrijheid, maar dat niets opweegt tegen samenzijn met degenen van wie we houden.”
Eirik’s Reflectie
De longhouse was muisstil. Zelfs de andere aanwezigen, die misschien al talloze verhalen van Frode hadden gehoord, luisterden ademloos. Eirik voelde een warme gloed in zijn borst. Hij begreep dat Frode niet alleen sprak over een spannend avontuur, maar ook een les deelde. In de meest barre omstandigheden is de grootste schat niet goud, maar de verbondenheid met de mensen die je dierbaar zijn.
Hij knikte eerbiedig naar Frode. “Ik begrijp het,” zei hij zacht. “We kunnen zeeën bevaren, vijanden verslaan en ons hullen in faam, maar uiteindelijk gaat het om wie er naast je zit bij het haardvuur.”
Frode nam nog een slok van zijn bier en gaf Eirik een klop op de schouder. “Precies. Het is mooi als je dat op jonge leeftijd al inziet, jongen. En onthoud goed: Kerst staat niet in de kalender—het leeft in ons hart.”
De vlammen in het haardvuur flakkerden, wierpen dansende schaduwen over de stevige houten balken. Buiten joeg de wind door de nacht, maar binnen was het warm, doordrongen van de verhalen, de geuren en het gevoel van samenzijn.
De tijd stond stil
Frode’s woorden deden de tijd even stil lijken te staan. Er werd nog lang gepraat en gelachen, verhalen gedeeld en bier gedronken. En in die nacht, terwijl de kerstklokken in de verte langzaam dichterbij kwamen, groeide het respect tussen Frode en de jonge Eirik. Lees hier –> Hoe de Vikingen Kerst vierden.
De oude krijger en de leerling, de verhalenverteller en de luisteraar, samen in het warme licht van een onbreekbare vriendschap. Uiteindelijk, begreep Eirik, was Kerst meer dan een datum; het was de belofte dat, hoe ver je ook van huis bent, hoe zwaar de reizen ook zijn, het samenzijn en het delen van verhalen altijd het hart zal verwarmen.
Een les die hij hoopte voor altijd in zijn geheugen te prenten…
Wij, de brouwers en iedereen die ons bijstaat, wensen iedereen een fantastische Kerstdagen!
Artikel door: Bas